Avonturen op de poli

Het is fascinerend en vaak hilarisch te zien hoe patiënten bepaalde ´bevelen´ die je hen geeft om je lichamelijk onderzoek goed te kunnen uitvoeren interpreteren. Een simpel ´ga op je rug liggen´ resulteert in de meest onmogelijke posities van iemand op de onderzoeksbank. Ten eerste ligt iedereen scheef, sommigen gaan op hun zij liggen, en bijna allemaal met hun hoofd aan de verkeerde kant. ´Adem in en uit´ wordt gezien als een bevel om hysterisch te gaan hyperventileren en een ´open je mond´ met een wijd open mond en met ogen dichtgeknepen houding. Ook duurt het soms wel vijf minuten totdat een Xhosa mamma haar 13 jurken en onderrokken over elkaar heeft uitgetrokken. En omdat de tijd schaars is en de rij patiënten lang, stuur ik ze soms wel eens half uitgekleed de gang weer op om zich daar maar weer verder aan te kleden.

De laatste week was het hectisch en druk in de Out Patients Department, dit had mede te maken met het feit dat twee artsen afwezig waren, waardoor alle werkdruk op mij en een collega arts kwam te liggen. Als mijn collega vervolgens voor twee keizersnedes wordt weggeroepen, ben ik de enige overgebleven persoon om de hele gang vol met hoopvolle gezichten weg te werken. Je begrijpt, dit komt de patiëntenzorg natuurlijk niet ten goede, en op zulke momenten merk je dat er echt een artsentekort is. Bovendien ben ik ook nog niet zo snel als mijn collega´s. Patienten komen om 8 uur ´s ochtends aan en worden pas om 16.00u ´s middags gezien. Ai. Gelukkig zijn we nu weer op ´volle´ sterkte.

Eén van mijn voornaamste frustraties tot nu toe is het zogenaamde ´switchboard´. Als je vanuit je spreekkamer iemand buiten het ziekenhuis wil bellen, moet dat via het switchboard, een soort telefooncentrale. Degene die daar zit, heeft echter zo´n 75% van de tijd geen zin om de telefoon op te nemen, en als hij het wel doet dan duurt het minstens een minuut voordat ´ie de telefoon opneemt. Vervolgens wordt je dan weer doorverbonden met een andere telefooncentrale in een ander ziekenhuis, en sta je voor hetzelfde probleem. Ook de ambulance centrale geeft me soms de neiging de telefoon in een hoek van de kamer te smijten. Zo duurde het afgelopen week 13 uur !!! voordat de ambulance die ik wilde hebben er eindelijk was. ´It´s in the garage now doc´ was het antwoord wat ik kreeg. Ook een ´nee, vandaag zijn er geen ambulances voor Canzibe want alle chauffeurs zijn met verlof´ deed me de haren op mijn hoofd rijzen. De Eastern Cape is behoorlijk ongeorganiseerd wat logistiek betreft, een duidelijk gevalletje van TIA (This Is Africa). Echter, de glimlach van patiënten op hun gezicht is waar je het uiteindelijk allemaal voor doet.

Dat er ook genoeg momenten voorkomen waar die glimlach ver te zoeken is moge duidelijk zijn. Zo werd ik laatst tijdens mijn dienst midden in de nacht door een zuster uit mijn bed gehaald, voor een baby van drie maanden, ‘Doctor please come, this baby is critically ill now’ . Bij aankomst bleek het kind net zijn laatste adem uitgeblazen te hebben, en mocht ik de moeder gaan vertellen dat haar kind zojuist was overleden. Moeder krijste het uit onder een ‘God wil niet dat ik kinderen heb’! Blijkbaar waren al haar kinderen op jonge leeftijd overleden, en ook allemaal in Canzibe hospital. Dit kind was 1) zwaar ondervoed met een ernstige longontsteking, en 2) moeder was HIV positief  én had longtuberculose, waarvoor ze behandeld werd. Bovendien had moeder duidelijk niet de financiële middelen om haar kind de juiste voeding te geven. De armoede in dit gebied is schrijnend. Schrijnend. En de gevolgen ervan komen dagelijks mijn spreekkamer binnengewandeld.