Eigenaardigheden

Nu ik hier zo wat langer ben, wordt het tijd eens wat eigenaardigheden op te gaan schrijven. Eén van mijn grootste irritaties tot nu toe is het fenomeen: wachtrij. Wachtrijen in Zuid-Afrika zijn eindeloos. Denk ook maar niet dat als je ergens vroeg bent dat het dan wel mee zal vallen, want dat denkt blijkbaar iedereen. Wachtrijen zijn o-ve-ral. In de supermarkt, bij de bank, in het ziekenhuis. De enige plek waar mensen wél met enige efficiëntie lijken te werken is het tankstation. Je wordt niet geacht je auto te verlaten, binnen no-time heeft de pompbediende je tank gevuld met wat dan ook gewenst is, én je ramen schoongepoetst, én je banden opgepompt, én je water en olie gecheckt. En dat voor een fooi van 2 randjes. Het nare van Zuid-Afrika is dat je nooit weet wanneer je efficiëntie kunt verwachten en wanneer niet, omdat er hier niet alleen een enorm verschil is tussen arm en rijk, maar  ook tussen efficiëntie hier en daar. Zo gaat alles in Kaapstad of Johannesburg natuurlijk héél anders dan hier, in de Eastern Cape, volgens velen de meest corrupte provincie van het land. De efficiëntie van corruptie heb ik helaas al aan den lijve mogen ondervinden. Zo was ik laatst in de auto onderweg, op de snelweg, en tufte ik gestaag met 120 km/uur door. Een bord dat aangaf dat de maximum snelheid opeens naar 80 km/uur was teruggebracht, was duidelijk aan mijn aandacht ontsnapt. Sterker nog, tot op de dag van vandaag beweer ik dat dat bord helemaal nergens staat, TIA. Anyway, nog altijd door tuffend met 120 km/uur werd ik plots aangehouden door oom Agent, die mij vrolijk meedeelde dat ik wel 40 km/uur te hard reed en dus bij deze een ‘reckless driver’ was, waarop ik onmiddellijk ik in de gevangenis gegooid zou worden. ‘Uh, sorry? Excuse me? I beg you pardon???’ Het mocht allemaal niet baten, zelfs niet mijn verhaal dat ik onderweg was naar een zieke patient (grapje). Ik wist natuurlijk dat niemand ooit een boete betaalt in deze contreien, maar kreeg de zin ‘Is there not some other arrangement that we can make?’ toch maar moeilijk over mijn lippen. Uiteindelijk wist ik oom Agent zover te krijgen dat hij me liet gaan tegen een betaling van 300 Randjes, welke ik natuurlijk met beide handen aangreep, ik ga me daar eens even de gevangenis in gegooid worden, dacht het dus even niet! Achteraf ben ik door iedereen uitgelachen, want 300 Rand? Dat is natuurlijk véél te veel!  Inmiddels heb ik geleerd dat je dus standaard wat briefjes geld in je paspoort moet hebben zitten, om verdere problemen te voorkomen. Al doende leert men.

Rijdende over onverharde wegen in the middle of f…king nowhere kom ik ook steeds meer te weten over de dieren die hier zoal los rond lopen. Dat is zeg maar, uh, elk dier. De uitdrukking ‘zo dom als een schaap’ begrijp ik inmiddels volkomen, want van alle beesten die random de weg oversteken, zijn schapen toch wel het meest achterlijk waarbij je je bijna begint af te vragen of ze niet allemaal én blind én doof geboren zijn. Deze doofstomme dieren steken de weg over vlak voor je auto en dan niet 1, nee allemaal tegelijk. Geitjes daarentegen gaan slim uit de weg zodra ze je aan zien/horen komen. Koeien trekken zich nergens wat van aan, maar die zijn in de regel vrij traag dus een overstekende koe zie je van tevoren nog wel aankomen. Paarden houden zich meestal op de achtergrond, ezels staan bijna altijd stil en zijn toch wel de meest depressieve dieren van allemaal te noemen. Honden hebben af en toe ook zelfmoordneigingen, maar dat is te begrijpen gezien de mishandelingen waar deze arme beestjes allemaal aan blootgesteld worden. Vooral op de snelweg liggen regelmatig dode half opgeblazen en door de aanrijding gemutileerde met darmen er uithangende honden weg te rotten. Kippen zie je vrijwel nooit op de weg, ganzen daarentegen lijken een enorme haat te hebben jegens alles wat geluid maakt, en staan al blazend langs de weg als je langs komt rijden. En dan heb je tot slot nog de kinderen, die vaak hun handjes uitsteken en om ‘sweets’ beginnen te brullen zodra ze een wit gezicht achter het stuur zien. Tot zover de verhalen van Mien op de boerderij. Uh, in de Transkei.